Al jaren zijn we overtuigd dat bewegen en sport gezond en goed voor iedereen is. Dat het vooral voor bepaalde doelgroepen heel goed zou zijn, maar dat ze wel een zetje nodig hebben om ook van dit nuttige gemeengoed gebruik te gaan maken.

We zijn dan ook al jaren bezig programma’s en projecten te organiseren waarin vooral die doelgroepen aangespoord en gefaciliteerd worden.

Maar, als ik nou eens niet van sport en bewegen houd en ook vooral allergisch reacties krijg als anderen willen dat ik iets moet doen, omdat die anderen vinden dat het goed voor mij is. Krijg ik dan wellicht eerder een hekel aan sport, in plaats van dat ik het vanuit mezelf ga doen? Als dan ook nog eens de effecten van al die programma’s en projecten in het verleden ter discussie kunnen worden gesteld, moeten we ons dan niet afvragen of het wel zin heeft mensen via “trucjes” over de streep te trekken om te gaan sporten?

Het is oud denken, een uiting van paternalisme, van “wij bepalen wel wat goed voor jou is.” Een houding die nieuwe generaties zeker niet meer zullen accepteren!
Maar……., gelukkig hebben we nu buurtsportcoaches!

Of is dat weer meer van hetzelfde? Gaan we niet weer mensen op pad sturen om anderen te overtuigen wat goed voor ze is. En dan zijn dat ook vast mensen die van sport houden, die gaan vertellen dat jij ook van sport moet houden. Die tot op het bot overtuigd zijn dat sport goed is en als “discipelen” het land ingaan om anderen ook te bekeren. Terwijl de doelgroep alle reden heeft om helemaal niet van sport te houden. Je bent er niet goed in en je lichaam helpt ook niet mee. En dan heeft sport ook nog eens in zich dat het jouw motorische vaardigheden en lichamelijke onmogelijkheden op allerlei manier open en bloot legt. Een prachtig recept om al die buurtsportcoaches gewoon thuis te laten.

Tegenover deze zwartgalligheid kun je ook een zonniger verhaal houden, waarbij ook buurtsportcoaches wel degelijk tot hun recht komen, in de complexe en uit elkaar vallende wereld van de sport. Dat vraagt echter wel een bepaalde rol en houding van die Buurtsportcoach. Niet meer zelf alles doen en organiseren, ook niet meer vertellen hoe het moet of gaat en misschien zelfs niet meer doorverwijzen naar de sportvereniging. Nee, het gaat veel meer om het aanjagen en stimuleren van eigen initiatief en dat is niet gebonden aan plaats of organisatie! Niet voorschrijven, maar drempels wegnemen, vereenvoudig en zoek naar maatwerk, zodat het makkelijker wordt en toegankelijker, aantrekkelijk zelfs!

Hoe dat werkt, welnu, in een buurt, wijk of vereniging zijn vele mensen actief en er gebeurt van alles. Het zijn vaak de enthousiastelingen in die buurt die mensen op sleeptouw nemen, die initiatief nemen, die weten te verbinden en het sporten en bewegen mogelijk maken. Sluit aan bij die energie. De opdracht voor de buurtsportcoach ligt dus niet op het vlak het allemaal zelf te doen, maar vooral die lokale mensen te vinden die in staat zijn anderen over te halen om het samen te doen. Die te helpen in hun rol. Dat werkt beter, maar is ook duurzamer. En misschien is de buurtsportcoach dan straks toch nog overbodig!

Column voor het magazine Buurtsportcoach, zie ook www.sportindebuurt.nl.